Het naschoolse tussendoortje
Is je kind eind van de middag moe, druk, boos……..Wat kan daar een rol bij spelen? En wat kan je eraan doen?
Veel kinderen maken lange dagen op school. Steeds vaker is er een continue-rooster. Ze eten rond het middaguur meestal een paar boterhammen met zoet en hartig beleg. In de lunchdoos zit nogal eens een snoepje.
Na de lunch stijgt de bloedsuikerspiegel. Er wordt insuline aangemaakt om de bloedsuiker weer op een normaal peil te brengen. Als er naar verhouding meer zoet beleg op brood zit dan is de kans aanwezig dat de bloedsuikerspiegel rond een uur of drie wat laag is en de trek in zoet hoog is. Geef je dan bij thuiskomst limonade en een snoepje of een koekje dan gaat de bloedsuiker weer omhoog en wordt er opnieuw insuline aangemaakt. Even voelt het goed en krijgt je kind weer energie maar na een half uur of een uur komt de energiedip en begint het gezeur om zoetigheid weer. De bloedsuiker is weer gezakt.
Als je na school een stevig tussendoortje geeft waar ook wat eiwitten en vetten in zitten dan blijft de bloedsuiker stabiel, houdt het kind z’n energie tot het avondeten. En blijft ie ook gezellig!
Zo’n tussendoortje kan bijvoorbeeld bestaan uit wat noten, stukje omelet, olijven, avocado, kippenpootje, goed gevulde soep, stukje komkommer met vis. Dit alles in gezelschap van wat fruit en rauwkost. Geef als drank een lichte kruidenthee of water. Maak er samen met de kinderen een feestje van!
Een goede basis voor een stabiele bloedsuiker in de middag is het eten van een oerlunch. Ook om mee te nemen naar school. Kijk voor recepten bij meeneemlunches.