Meer weten over oervoeding
In onze huidige samenleving komen steeds meer welvaartsziekten voor zoals hart- en vaatziekten, diabetes mellitus, darmklachten, vermoeidheid en het metabool syndroom. In de zoektocht naar een oplossing voor deze problematiek is er de laatste tijd veel aandacht voor de evolutionaire geneeskunde. Meerdere wetenschappelijke onderzoeken laten zien dat verbetering van de gezondheid te verwachten valt als bepaalde voedingsgewoonten vanuit de oertijd vertaald gaan worden naar de 21e eeuw.
Evolutie
De moderne mens is ongeveer 160.000 jaar geleden ontstaan als resultaat van miljoenen jaren evolutie, een samenspel tussen erfelijke eigenschappen en zijn omgeving. Die erfelijke eigenschappen zijn vastgelegd in onze genen. Genen kunnen slechts langzaam veranderen. De mens van nu lijkt genetisch veel op de oermens van toen. Het genetische ontwerp van toen was afgestemd op de manier van leven uit die tijd. Dat was een leven als jager-verzamelaar die verbleef op de plaats waar voedsel te vinden was en de zon voldoende kracht had om vitamine D te vormen. Hij leefde van wortels, knollen, vruchten en noten. Hij ving vissen en ging op jacht naar wild. In de loop der jaren zijn mensen zich verspreid over de wereld gaan vestigen. Ongeveer 10.000 jaar geleden ging men voedsel verbouwen zoals granen en peulvruchten en vee houden.
Vooral sinds de industriële revolutie zijn de omgevingsfactoren radicaal veranderd. En in zo’n tempo dat het samenspel tussen de erfelijke eigenschappen en zijn omgeving ernstig verstoord is geraakt. De evolutie van de mens kan deze veranderingen niet bijhouden. Dit geeft bij veel mensen gezondheidsproblemen.
Oervoeding van de jager-verzamelaar
De oermens ging op jacht, raapte wat eieren en verzamelde knollen, bollen, noten, zaden en fruit. Deze mens at wat de natuur hem te bieden had. De oermens kende geen landbouw. De jager-verzamelaar at vooral:
- Vlees
- Vis
- Gevogelte
- Insecten
- Eieren
- Groenten
- Vruchten
- Noten en zaden
- Af en toe een beetje honing
Het aanbod was wisselend en hing af van de plaats waar men verbleef en het seizoen. De grootste hoeveelheid energie werd geleverd door de eiwitten en vetten van vis en vlees. Men at ruim omega-3-vetzuren. Het zetmeel en de suikers (de koolhydraten) kwamen alleen uit de groenten, vruchten, noten en het kleine beetje honing. De koolhydraten zorgden voor maar ongeveer 20-40% van de totale hoeveelheid energie.
Voeding van de eerste boeren
Ongeveer 10.000 jaar geleden ging de mens zich settelen. Er ontstonden boerderijen. Men ging granen en peulvruchten verbouwen en hield vee. Pas laat in de middeleeuwen werd de aardappel in Nederland voor consumptie geteeld. Granen, peulvruchten, zuivel en aardappels zijn evolutionair heel recente voedingsmiddelen.
Oervoeding en moderne voeding
De mens van nu eet veel fabrieksmatig bewerkt voedsel met een hoog gehalte aan linolzuur, zuivelproducten, geraffineerde koolhydraten met een hoge glycemische index en lading, alcohol, zout, smaak-, geur-, kleurstoffen en conserveermiddelen. Het dagelijks menu bevat nog maar weinig groenten, vette vis en vlees van dieren die bewogen hebben.
Bovendien zijn veel natuurproducten van nu zoals vlees, groente en fruit minder van kwaliteit door de huidige land- en tuinbouwmethoden en het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen.
Daarnaast wordt gemiddeld 70% van de totale hoeveelheid energie geleverd door koolhydraten; waarvan een groot deel door koolhydraten met een hoge glycemische lading. Deze voeding geeft weinig verzadiging, de trek in voedsel blijft. Hierdoor neemt de kans op overgewicht toe. Vooral als de beweging minimaal is.
Oervoeding in de 21ste eeuw
Diverse onderzoeken geven aan dat het inpassen van het concept oervoeding in de huidige tijd de gezondheid van mensen zal verbeteren. Een voeding die zoveel mogelijk de voeding benadert van de jager-verzamelaar kan er als volgt uit zien:
- Ontbijt: wat fruit met noten, ei of niets
- Lunch: een salade of warm gerecht met groenten en vis, kip of ei
- Avondmaaltijd: een warm gerecht met groenten inclusief wat knol-, bol-, wortelgroenten en vis, gevogelte, vlees of ei
- Tussendoor: fruit, avocado, olijven, noten en zaden
- Dranken: water, een ruime variatie aan theesoorten, koffie met mate
Voedingswaarde van oervoeding
Zuur basen evenwicht
Oervoeding bevat relatief veel dierlijk eiwitrijke producten. Geconcentreerde eiwitrijke producten laten een zuurrest achter. Een van de belangrijkste zuurvormende voedingsmiddelen is kaas. Kaas valt niet onder oervoeding. Echter, door het eten van de grote hoeveelheid groente en fruit, twee ruime porties groente en fruit, leveren deze producten een basenoverschot op, waardoor deze voeding totaal rijk is aan basen.
Het omschakelen
Het omschakelen van een gemiddeld dagmenu naar oervoeding kost natuurlijk tijd, energie, en de nodige motivatie. Mensen gaan vaak op zoek naar andere voeding naar aanleiding van klachten en willen zich graag beter voelen. Daarnaast willen veel mensen een voeding gebruiken die dichter bij de oorsprong staat en niet bewerkt is in de fabriek.
Het kan zijn dat mensen zich snel veel prettiger voelen. Soms zelfs al binnen een week. Dit geldt zeker voor mensen met darmklachten. Niet iedereen verdraagt granen en zuivel goed.
Het lichaam kan ook reageren met vermoeidheid, bloedglucose verstoringen, hoofdpijn, spierpijnen, verstopping of juist te dunne gelige ontlasting.
Dit kan gelden voor diabeten, mensen met hypoglycaemie, gevoelige mensen en sporters. Zij hebben meer tijd nodig om om te schakelen. Het lichaam moet als het ware gereset worden. Je verstoort een evenwicht. Langzaam omschakelen is dan beter. Het motiveert ook niet als de vermoeidheid erger wordt en de darmen verstopt raken of juist versneld gaan werken.
Sporters hebben vaak behoefte aan een wat grotere hoeveelheid koolhydraten in de vorm van extra koolhydraatrijke vruchten en groenten.
Vooral de lunches zonder boterhammen kunnen soms moeilijk in te passen zijn. De wetenschap dat de lunchdip zal verdwijnen motiveert om ook de lunch te veranderen.
Oerprincipes
Iemand met veel klachten heeft het meeste baat bij een oervoeding die zo volledig mogelijk wordt nageleefd.
Als er meer evenwicht is kan de oervoedingsboog iets minder gespannen zijn.
Houd de basis op 85% oervoeding die eventueel aangevuld kan worden met 15% andere producten zoals wat chocolade, wijn, speltbrood, boekweit, gierst, rijpe tomaat, wat geitenkaas etc.