Een meeneemlunch kan bestaan uit een goed gevulde salade, maaltijdsoep of warme maaltijd. De lunch kan ook samengesteld worden uit losse hapjes die samen een volwaardige vormen. Naast wat groente en fruit zorgen noten, zaden, kip, vis, ei en af en toe wat vlees voor de eiwitten en vetten. Zo wordt een lunch een lekkere en stevige maaltijd zodat je de hele middag energiek blijft. Maak er een kleurrijk geheel van. Plan je lunch en zorg dat je de avond tevoren al een en ander hebt voorbereid.

Voorbeelden van een meeneemlunch:

• ei, gekookt of als omelet; komkommer, paar walnoten of pecannoten, druiven, appel.
• stukje makreel of forel; olijven, kort gekookte broccoliroosjes, gebakken knolselderij, pompoenpitten.
• kippenpootje of stukjes kip; gebakken bataat, snij- of sperziebonen, mandarijn, pompoenpitten.
• pannenkoekje opgerold met zalm of kip; komkommer, wortel, peer.
• bleekselderijsalade met ei of kip, avocado, rozijnen, appel, hazelnoten.
• balletje gehakt; paar kort gekookte bloemkoolroosjes, komkommer, rozijnen, mandarijn.
• kip in sesam; komkommer, wortel, noten, banaan, dadel.